Waardoor je dus flink wat heuveltjes en bergen rondom Xela hebt, ook binnenin de stad gaat het op en af. Hetgeen een coole sfeer genereert, waarbij ik een woord als geborgen niet in de mond wil nemen.
Met uiteraard een kanjer van een kerk in het midden van de stad, aan het traditioneel zo genoemde Parque Central met vandaaruit startend, een dambordpatroon, in een flauwe poging de chaos te structureren. Hetgeen, eens je je door de markt, 2 blokken verder hebt gewrongen, algauw een illusie blijkt.
Xela van bovenaf gezien, nadat ik een berg beklommen had via een paadje dat een oude vrouw me haast stiekem uit de doeken deed, gedaan had alsof ik geen schrik had van de grommende hond op 5 centimeters van mijn kuit en me door struikgewas moest wurmen. Je moest erbij zijn, feitelijk.
Sinds vorige week studeer ik opnieuw Spaans en logeer ik in een gastgezin. Het Spaans gaat, met dank aan lerares Irene, goed. Al zijn er geschift veel tijden in het Spaans om iets in het verleden uit te leggen. Dus best niet teveel stil staan bij het verleden, zeg maar.
Dat laatste moeten trouwens heel wat Guatemalteekse indigenas doen. Wiens in het beste geval land, in het slechtste geval familie of leven, ontnomen werd door het Guatemalteekse leger en de paramilitairen ten tijde van de burgeroorlog zowat 30 jaar geleden. Reden hiervoor was dat de overheid meer winst kon maken als ze het fruit meteen aan Chiquita Banana - of United Fruits Company- in The Verenigde Staten van America voor een aanzienlijk bedrag konden verpatsen, zonder de keutelboertjes hiervoor eerst een beschamende habbekrats te betalen.
Deze lancune wilden de boeren, hoe zou je zelf zijn, aankaarten en problematiseren. De volgende stap van de overheid was dan ook: de boeren van hun land verjagen, zich hun land zelf toe-eigenen (en dus ook het fruit) onderwijl dingen denkend als nu hoeven we ze zelfs geen habbekratsen meer te betalen en zijn we verlost van hun gezaag. Gelove wie het gelove kan. Er hebben er zich al voor minder bij de guerilla aangesloten. Met dus een burgeroorlog en vele slachtoffers. Kan je nagaan.
Que
Bon, hoog tijd voor liefde in Guatemala. En dan heb ik het gelukkig niet over mezelf.
Dit mooie moment viel me ten deel vorige week, tijdens de parades.
Omdat er teveel lawaai in de straat was, gingen mijn leerkracht en ik op het balkon naar de parade kijken. Het is namelijk feestweek in Xela, Feria genaamd, waarbij er vanalles gevierd wordt, van het mooiste gedicht van Centraal Amerika over Miss Guatemala, tot het kind van de onafhankelijkheid. Met op 15 september het Feest van De Onafhankelijkheid. In deze parade ging het erover hoe de kinderen van de omliggende dorpen zoal gekleed gaan, volgens hun specifieke traditie, dus in dorp A zus met veel wit rondom de bast en een touw rond de pousin d amour, in dorp B zo met een cowboyhoed voor de jongens en wordt er uiteindelijk ook een Little Miss Indigena gekozen.
Ja, ze zijn hier nogal gericht op kiezen, het stimuleren via onderscheid. Positief of negatief, sla me dood.
Quetzaltenango is dus Xela
Alleszins, het feit dat kinderen die goed studeren of gemotiveerd zijn om de handen op een of andere manier uit de mouwen te steken, hierdoor ook beloond en dus gewaardeerd worden door onder andere een lintje dat ze op parades als deze mogen dragen, onderwijl trots voorop lopend - schrijdend als een prinses - en zwaaiend naar de menigte langs de kant, waartussen zich ongetwijfeld hun ontroerde moeder bevindt...
Dat feit dus...
...Speelt misschien ook een tikkeltje mee bij mijn petekindje Jeniferke, die andermaal de beste punten van haar schooljaar had, en dus in San Juan de Comalapa, de pueblo waar ze met haar familie woont, voorop mocht gaan in de plaatselijke optocht. En die me eergisteren haar sjerp en haar raport liet zien en ik, zoals het een goede padrino betaamt goedkeurend knikte, zoals geleerd van mijn ouders vanuit de tijd dat ik sochtends nog vroeger opstond om mijn Latijnse lessen met oog op de toets opnieuw door te nemen.
Het waren mooie dagen in Comalapa, en het deed deugd om terug effe een familie gevoel te hebben. Zoals papa Jorge het wederom verwoordde: een familie in Guatemala, waar ik altijd welkom ben.
Ik was er, na 2 weken flexibiliteit, nieuwe gezichten en niet altijd vrienden, aan toe. De familia begroette me meteen zo hartelijk dat er een pak van mijn hart, mijn lever, of iets in die gelederen, ik weet niet goed wat, maar alleszins iets, viel.
We wandelden daags nadien samen wat rond, met de ouders, in het centrum, waar het plein intussen was aangelegd.
Jennifer was opnieuw schitterend. Ze zag er nog steeds even kwiek uit, even sprankelend cool. Maar dus cool echt in de zin van cool, de manier waarop Johhny Depp cool is weet je wel.
Zaterdag speelden we een partijtje monopolie, waarbij ze me gedurende het eerste halfuur, onder andere geholpen door enig geluk bij Vrij Parkeren en een Algemeen Fonds dat steevast mijn huizen beboette, onder tafel speelde, tot mijn groot genoegen. Maar daarna kantelde de partij en kwam ik terug in de match, vooral door hotels op het Guatemalteekse Equivalent van Aalst Lange Zoutstraat, en omdat ik het me een lullig gevoel ging geven als ik expres mijn best zou doen om haar te laten winnen, won ik dus zelf, maar daar maalde niemand om want wat telde was dat het gewoon heel erg neig was om met een 11 jarig meisje met een gouden blouse op een kleine tafel op een vloer van klei monopoly te spelen, terwijl Margerita, haar moeder, het eten klaarmaakte.
Het eten, dat me later die dag in een combinatie van Chili Pepers, stoer als in " geen probleem hoor, ik eet heel graag tabasco in Belgiƫ", Pepsi Cola, Bananen-shake en heel veel tortillas grandioos vloerde, een tornado in mijn maag waardoor ik neerzeeg op een stoel, starend naar een punt in het oneindige, iets sulligs mompelde in de trent van "oeps, de maag" ofzo en ondertussen begon zweten als een rund. Liggend op het bed van Jennis ouders wat later, met bezorgde ogen rondom mijn ijlend gestel en al snel een natuurlijk brouwsel dat de maag placht te kalmeren, voelde ik me ditmaal wel aardig lullig.
Zoals we hier zien
Bon, het kwam allemaal weer goed. Al heb ik mijn lesje zeker niet geleerd.
Daags nadien vanuit Comalapa naar Xela, van Xela naar Huehuetenango, om Carlos, un amigo die lesgaf in het weeshuis van vorig jaar, te bezoeken.
En om onder andere een schaap vast te pakken en dankbaar te zijn.